1. 월 이름 (maanden = months)
januari = January = 1월
februari = February = 2월
maart = March = 3월
april = April = 4월
mei = May = 5월
juni = June = 6월
juli = July = 7월
augustus = August = 8월
september = September = 9월
oktober = October = 10월
november = November = 11월
december = December = 12월
2. 계절 (seizoenen = seasons)
de lente / het voorjaar = spring = 봄
de zomer = summer = 여름
de herfst / het najaar = fall = 가을
de winter = winter = 겨울
참고 및 출처: Nederlands in gang
'MSc Business Information Management @RSM > Nederlands' 카테고리의 다른 글
[16] 관사 (Artikel) (0) | 2022.08.16 |
---|---|
[15] 주문하기, 계산하기, 감사 인사하기 (레스토랑 상황) (0) | 2022.08.11 |
[13] 요일 말하기 (0) | 2022.08.11 |
[12] 시간 말하기 (De klok) (0) | 2022.08.11 |
[11] 소유격 인칭대명사 (Possessief pronomen) (0) | 2022.08.11 |