1. 시간 물어보는 표현
Hoe laat is het? = What time is it? = 몇 시니?
2. 시간 말하기
11.00 Het is elf uur. = It is eleven o'clock.
11.05 Het is vijf over elf. = It is five past eleven.
11.10 Het is tien over elf. = It is ten past eleven.
11.15 Het is kwart over elf. = It is quarter past eleven.
11.20 Het is tien voor half twaalf. / Het is twintig over elf. = It is ten to eleven thirty. / It is twenty past eleven.
11.25 Het is vijf voor half twaalf. = It is five to eleven thirty.
11.30 Het is half twaalf. = It is half past eleven.
11.35 Het is vijf over half twaalf. = It is five past eleven thirty.
11.40 Het is tien over half twaalf. / Het is twintig voor twaalf. = It is ten past eleven thirty. / It is twenty to twelve.
11.45 Het is kwart voor twaalf. = It is quarter to twelve.
11.50 Het is tien voor twaalf. = It is ten to twelve.
11.55 Het is vijf voor twaalf. = It is five to twelve.
een uur = 11.00-12.00 = 한 시간
een halfuur = 11.00-11.30 = 30분
een kwartier = 11.00-11.15 = 15분
een minuut = 11.00-11.01 = 1분
참고 및 출처: Nederlands in gang
'MSc Business Information Management @RSM > Nederlands' 카테고리의 다른 글
| [14] 월 이름, 계절 말하기 (0) | 2022.08.11 |
|---|---|
| [13] 요일 말하기 (0) | 2022.08.11 |
| [11] 소유격 인칭대명사 (Possessief pronomen) (0) | 2022.08.11 |
| [10] 의문사가 있는 의문문 (Vraagwoordvragen) (0) | 2022.08.11 |
| [9] 의문사가 없는 의문문 (Ja/nee-vragen) (0) | 2022.08.11 |